31 augustus 1953
Dit kleine pand vormde samen met de beide pandjes aan de rechterzijde oorspronkelijk een 39 voet (= 11,22 m) breed perceel. In 1520 is het in drie gelijke delen verdeeld. De huidige pandjes zijn echter niet exact even breed. Het pandje Karrenstraat 30 blijft gedurende een groot deel van de 16de eeuw in het bezit van de familie Rombouts. De kelder die vanaf de straat en vanuit het linker buurpand toegankelijk is, loopt niet tot de achtergevel door. Het keldergewelf is evenals de enkelvoudige balklagen en de kap in de 20ste eeuw vernieuwd. Van de 16de-eeuwse situatie is niet veel bekend. Zeker is dat het kleine achterplaatsje er toen, gezien de kruisvensters in de zijgevel van het Eerste Korenstraatje 5/7, reeds was. De linker zijmuur is de 15de-eeuwse achtergevel van het hoekpand. De rechter zijmuur, die het pandje scheidt van het buurhuis, kan gedeeltelijk nog uit de 16de eeuw dateren. | 423 |
1865 | P. Beunis (metselaar) |
1881 | P. Peetsol (knecht der stoombooten en tapper) |
1894 | Gezusters Peetsol |
1908 | W. Peetsolt (tapperij en bestelhuis) |
1910 | W. Peetsolt (tapperij en bestelhuis) |
1928 | J.J. Blom - mej. L. Peetsol |
1943 | J.J. Blom (koffiehuishouder) |
1991 | Hans Houben (café de Spotvogel) |